Medisch technisch handelen (K0163)

.

Waar gaan we het over hebben?

.

• De inhoud van dit keuzedeel is een verdieping en verbreding ten opzichte van het kwalificatiedossier Doktersassistent. Hieronder volgt een toelichting. In het kwalificatiedossier Doktersassistent wordt in kerntaak 2 “Handelen in het kader van de individuele gezondheidszorg” ingegaan op werkzaamheden rondom medisch-technische handelingen. In het keuzedeel is de verdieping en verbreding beschreven aan de hand van de volgende onderwerpen: - Assisteren bij kleine chirurgische operaties en/of behandelingen; - Uitvoeren van medisch-technische handelingen die nog niet in het kwalificatiedossier beschreven staan; - Verdieping van kennis van kleine chirurgische ingrepen en/of behandelingen, anatomie, fysiologie etc.

D1-K1-W1: Assisteert bij kleine chirurgische ingrepen

• De doktersassistent begeleidt de patiënt voor, tijdens en na de kleine chirurgische ingreep, met inachtneming van protocollen van de instelling en aanwijzingen van de behandelaar. Vooraf zorgt ze dat de ruimte steriel is. Ze controleert instrumentarium en materialen en zoekt de juiste materialen bij elkaar. Zij geeft de patiënt voorlichting over de ingreep en bespreekt de gang van zaken met de patiënt. Zo nodig voert ze voorbereidende ingrepen en/of onderzoeken uit. De doktersassistent doet een dubbelcontrole van de identificatie van de patiënt en markeert de behandelplaats. Tijdens de ingreep reikt zij de benodigde materialen en het instrumentarium aan en assisteert de behandelaar. Zij signaleert een eventuele bedreiging van de vitale functies en handelt conform. Zij signaleert mogelijke postoperatieve complicaties of verschijnselen. Na de ingreep bespreekt ze zo nodig de volgende punten met de patiënt: - afspraken rond pijnmedicatie en pijnscore afnemen; - instructie doorademen / op te hoesten; - voorschriften t.a.v. wondbehandeling; 
  • afspraken over wanneer hechtingen verwijderd worden en verband eraf mag;
  • leefregels voor na de operatie/behandeling (do’s en don’ts); 
  • afspraken over de uitslag;
  • beleid over wanneer er contact met polikliniek/praktijk opgenomen moet worden.

          De doktersassistent regelt telefonische nazorg of doet dit zelf.

D1-K1-W2: Voert medisch-technische handelingen uit

• De doktersassistent voert medisch-technische handelingen uit. Zij stemt af op de patiënt en neemt vooraf en tijdens de uitvoering van de medisch-technische handeling(en) eventuele angst en onzekerheid weg door uitleg over wat, waarom en hoe ze de medisch-technische handeling(en) uitvoert. Zij observeert of de patiënt de behandeling goed doorstaat en onderneemt actie bij bijzonderheden. Zij voert in opdracht van de behandelaar en met inachtneming van de protocollen van de organisatie en/of op aanwijzing van de arts de volgende medisch-technische handelingen uit: 
  • assisteren bij toedienen van zuurstof 
  • een suprapubische katheter verzorgen 
  • verzorgen van complexe wonden 
  • EpiPen hanteren (voorbehouden handeling) 
  • enkel-arm-index meten 
  • drain (redon) controle, verzorgen en verwijderen 
  • andere medisch-technische handelingen waarin zij zich heeft bekwaamd binnen haar specifieke werksetting

Wat ga ik hierover leren?

.

• Aan het eind van dit thema in de keuzedeel specifieke doelgroepen kan de student:

  1. De beginnend beroepsbeoefenaar: 
  2. Heeft brede kennis van lichaamsvlakken en doorsneden, richtingaanduidingen en weefsel m.b.t. medische handelingen 
  3. Heeft specialistische kennis van anatomie, fysiologie en pathologie van lichaamstelsels, weefsels en cellen 
  4. Heeft specialistische kennis van medicatie, toedieningsvormen en -wijzen en effecten 
  5. Heeft specialistische kennis van instrumentarium en materialen t.b.v. een ingreep 
  6. Heeft specialistische kennis van steriel werken 
  7. Heeft specialistische kennis van afvoer van gebruikte materialen 
  8. Heeft specialistische kennis van kleine chirurgische ingrepen 
  9. Heeft specialistische kennis van culturele, sociale en leeftijdsgebonden gezondheidsproblematiek bij het uitvoeren van medisch-technische handelingen 
  10. Heeft specialistische kennis van het omgaan met psychische problematiek bij het uitvoeren van medisch-technische handelingen 
  11. Heeft specialistische kennis van pre-operatieve verschijnselen en postoperatieve complicaties en verschijnselen m.b.t. luchtweg, ademhaling, circulatie, bewustzijn, blaasinhoud, wondcomplicaties 
  12. kan handelen volgens wet- en regelgeving 
  13. kan geldende richtlijnen, protocollen en werkafspraken toepassen 
  14. kan hygiënische voorschriften toepassen § kan haar kennis over gangbare medische verrichtingen toepassen

Lesplanning

Les	Periode 9
	Onderwerpen
1-9	Workshop
9

Studiehandleiding

Medisch_technische_handelingen.pdf

Naar boven