Farmacologie
.
Waar gaan we het over hebben?
.
- Een doktersassistent komt vaak in aanraking met informatie over geneesmiddelen.
- Ook moet de doktersassistent uitleg kunnen geven over geneesmiddelen en veel kennis hebben over bijvoorbeeld de werking en bijwerkingen.
- In deze les kijken we eerst naar een aantal basisbegrippen; wanneer noemen we een middel een geneesmiddel?
- Hadden onze voorouders al geneesmiddelen en hoe wordt een nieuw geneesmiddel ontwikkeld?
- Tenslotte kijken we naar welke globale werking een geneesmiddel kan hebben; is het bijvoorbeeld om te genezen of alleen om de bijwerkingen te verzachten/ weg te nemen?
- Inleiding farmacologie
- Naamgeving medicijnen, toedieningsvormen en -wegen in relatie tot diverse ziektebeelden
- Werking medicijnen en bijwerking opname, omzetting en uitscheiding in relatie tot diverse ziektebeelden
- Op It's Learning vind je actuele handouts, inlevermap voor opdrachten en huiswerk.
Wat ga ik hierover leren?
.
- Je kunt in eigen woorden de volgende begrippen uitleggen: farmacologie, farmacie, klinisch onderzoek
- Je kunt uitleggen hoe de geschiedenis van de geneeskunst globaal verlopen is tot nu toe
- Je kunt voorbeelden noemen van redenen voor het maken van nieuwe medicijnen
- Je kunt uitleggen welke stappen er genomen worden bij het ontwikkelen van een nieuw medicijn
- Je kunt uitleggen op welke verschillende manieren medicijnen kunnen werken
- Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen reguliere- en alternatieve geneeskunde
Wat heb ik nodig?
Toetsing
.
Cohort 2020
Periode
|
Toets
|
Toetsvorm
|
1
|
GDA FAR A1
|
Theorietoets
|
2
|
GDA FAR A2
|
Theorietoets
|
3
|
GDA FAR B
|
Theorietoets
|
4
|
GDA FAR C
|
Theorietoets
|
5
|
GDA FAR D
|
Theorietoets
|
6
|
GDA FAR E
|
Theorietoets
|
7
|
GDA DAPF
|
Theorietoets
|
Cohort 2020
Periode
|
Toets
|
Toetsvorm
|
1
|
3D FAR 1
|
Theorietoets
|
2
|
3D FAR 2
|
Theorietoets
|
3
|
3D FAR B3
|
Theorietoets
|
4
|
3D FAR C4
|
Theorietoets
|
5
|
3D FAR D5
|
Theorietoets
|
6
|
3D3 FAR E6
|
Theorietoets
|
9
|
3D APF 7
|
Theorietoets
|
Periode 1
.
|
Periode 1
|
Lesweek
|
Onderwerp
|
1
|
Introductieweek
|
2
|
Inleiding farmacologie
|
3
|
Toedieningsvormen
|
4
|
Recepten en bijsluiter
|
5
|
Factoren bij inname
|
6
|
Antibiotica
|
7
|
Schimmels, virussen en amoeben
|
8
|
Geneesmiddelen bij huidziekten
|
|
|
Periode 2 en 3
.
Lesweek
|
Onderwerpen
|
11
|
Geneesmiddelen bij mond en KNO aandoeningen
|
12
|
Niet opioïde analgetica
|
13
|
Opiaten en andere analgetica
|
14
|
Hoesten en luchtwegklachten
|
Lesweek
|
Onderwerpen
|
21 | Geneesmiddelen voor de luchtwegen (allergie)
|
22 | Chronische luchtwegaandoeningen
|
23 | Slaap en rustgevende medicijnen
|
24 | Middelen bij verslaving |
Periode 4
.
Lesweek
|
Onderwerpen
|
31
|
Antihypertensiva
|
32
|
Glycosiden en antiaritmica
|
33
|
Nitraten
|
34
|
Diuretica
|
35
|
Statinen
|
36
|
Geneesmiddelen bij hart en vaatziekten
|
37
|
|
Periode 5 en 7
.
Lesweek
|
Periode 5 (of 7)
|
|
Onderwerpen
|
1
|
|
2
|
Bloed
|
3
|
Bloed deel 2
|
4
|
Maag en darmkanaal
|
5
|
Maag en darmkanaal; misselijk en diarree
|
6
|
Verstopping
|
7
|
Oefenen met farmacotherapeutisch kompas
|
8 | Herhalen |
Periode 6 en 8
.
Lesweek
|
Periode 6 (of 8)
|
|
Onderwerpen
|
11 | Aandoeningen aan het zenuwstelsel
|
12 | Anti depressiva
|
13 | Anti psychotica
|
14 | Oog deel 1
|
15 | Oog deel 2
|
16 | Oefenen met farmacotherapeutisch kompas
|
17 | Herhalen
|
18 |
|
Periode 9 tot en met 12
It's Learning